fx-92B Secondaire : Spreadsheet – Menu TABEL

Terug naar de samenvatting van de gebruikershandleiding voor de nieuwe fx-92B Secondaire:

Opmerkingen:

• De letters A, B, C, D, E en F zijn de tweede functies van de toetsen 4 5 6 1 2 3. Ze worden bereikt met de toets q.
• Het symbool b wordt verkregen met g f
• Het gelijkheidsteken (=) wordt verkregen met de toetsen q (
• De rekenmachinefuncties zijn ook beschikbaar in het menu SPREADSHEET. Zo kan bijvoorbeeld met de                          functie RanInt#() een kolom gevuld worden met willekeurig gegenereerde gehele getallen
• Alle rekenbladfuncties ($ ; : ; = ; Som ; Gemiddelde…) zijn te vinden in de catalogus (T).

Toepassing: Rekenprogramma

• Kies een getal
• Tel bij dit getal 2 op
• Vermenigvuldig het bekomen resultaat met 7
• Tel hierbij het drievoud van het in het begin gekozen getal op
• Trek dan 14 af van het bekomen resultaat

Pas dit rekenprogramma toe op gehele getallen van 1 tot 11. Vul daarvoor in kolom A de gehele getallen van 1 tot 11 in en noteer in kolom B de bijbehorende resultaten.
Wat kun je vermoeden? Bewijs het.
Bereken in de cellen A13 en B13 de gemiddelden die bij elke kolom horen.

Wat besluit je?

Voer in kolom A automatisch de gehele getallen van 1 tot 11 in. Blijf in cel A1. Voer 1 B als waarde van het eerste gehele getal dat in het programma moet worden getest.

Druk op de toets TOOLS I. Markeer Vul formule. Bevestig met toets B.

Blijf op Formul= staan en voer de formule A1+1 in met behulp van de toetsen $ q 4 1 + 1. Bevestig met toets B.

Blijf op Bereik: A2: A2 staan. In kolom A moeten de 11 gehele getallen van 1 tot 11 genoteerd worden. De inhoud van cel A1 is reeds 1. De overige 10 getallen moeten in de cellen van A2 tot A11 genoteerd worden.

Het bereik A2 : A11 wordt ingevoerd met de toetsen $ q 4 2 q m q 4 1 1. Bevestig met de toets B.

Blijf op Bevestigen staan en valideer met de toets B. De lijst met de 11 gehele getallen van 1 tot 11 wordt weergegeven in kolom A.

In kolom B wordt de berekening toegepast op de getallen in kolom A. Als A1 het gekozen getal voorstelt, dan moet de uitdrukking 7(A1+2) + 3A1 -14 ingevoerd worden. Ga met de pijltjestoetsen naar cel B1. Voer eerst = in met de toetsen q ( en daarna de uitdrukking 7(A1+2) + 3A1 -14

met de toetsen 7 ( q 4  1 + 2 ) + 3 q 4 1 p 1 4. Bevestig door op B te drukken.

Ga terug naar cel B1 met de toets E en selecteer Kopieer&Plak met de toetsen I & R. Gebruik de toets | om de formule te plakken en de toets R om naar de volgende cel te gaan.
Druk op C om Kopieer&Plak af te sluiten.
We vermoeden dat het uiteindelijke resultaat 10 keer het ingevoerde getal is.
Bewijs: Noem x het ingevoerde getal
7(x+2)+3x−14=7x+14+3x−14=10x

Ga met de pijltjestoetsen naar cel A13 en voeg (=) in met de toetsen q (.

Ga in de CATOLOGUS T naar de functie Gemiddelde. Druk op B of | om deze te selecteren. Voer vervolgens het bereik A1:A11 in met de toetsen q 4 1 q f q 4 1 1. Bevestig met B.

Cel A13 kan vervolgens worden gekopieerd en geplakt I in cel B13.

Merk op dat het gemiddelde ook met 10 wordt vermenigvuldigd.

Dit komt omdat:

Gemiddelde (A1:A11)  =\frac{A1+A2+…+A10+A11}{11} \\ Gemiddelde (B1:B11)=\frac{B1+B2+…+B10+B11}{11} \\ \quad\quad\quad\quad\quad\quad\quad\quad\quad=\frac{10 \times A1+10\times A2+…+10\times A10+10\times A11}{11} \\ \quad\quad\quad\quad\quad\quad\quad\quad\quad=10 \times \frac{A1+A2+…+A10+A11}{11}\\\quad\quad\quad \quad\quad\quad\quad\quad\quad=10 \times Gemiddelde (A1:A11)